Genietingsmoment op moment van uitbetalen

Werknemers kunnen financieel nadelige gevolgen ondervinden van nabetalingen. Omdat het inkomen in het jaar van de nabetaling een piek vertoont, kan dat inkomen onder een hoger belastingtarief vallen dan als het op het juiste moment was betaald.

Een Wajong-gerechtigde ontvangt in 2015 een nabetaling over de jaren 2011 en 2012. De nabetaling vindt plaats omdat het UWV de uitkering in 2011 ten onrechte – zo blijkt tijdens een beroepsprocedure – heeft stopgezet en teruggevorderd. De Wajong-gerechtigde is van mening dat de nabetaling aan 2011 en 2012 moet worden toegerekend en niet in 2015 tot het inkomen moet worden gerekend.

Op grond van art. 3.146 Wet IB 2001 ligt het genietingsmoment op het moment waarop de desbetreffende inkomensbestanddelen zijn ontvangen, zijn verrekend, ter beschikking zijn gesteld, rentedragend zijn geworden of vorderbaar en inbaar zijn geworden. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet mogelijk is om delen van betalingen van de Wajong uitkering uit het inkomen van 2015 te halen en alsnog toe te rekenen aan de jaren waarin de uitkering zou zijn uitbetaald als het UWV geen onjuiste beslissing zou hebben genomen.

Bron: Rb. Gelderland, 23-04-2018