Let op bij intrekken Verklaring geen privégebruik

Let op bij het intrekken van een Verklaring geen privégebruik. Wordt de verklaring lopende het jaar ingetrokken dan moet de werknemer er rekening mee houden dat voor de bijtelling op jaarbasis gekeken wordt of het aantal privékilometers meer is dan 500 km. Bij overschrijding moet voor het gehele jaar worden bijgeteld, ook als men in een deel van het jaar nauwelijks privékilometers reed of, zoals in de volgende zaak, in een elektrische auto met (destijds) 0% bijtelling.

Een werkgever stelt in 2013 twee auto’s aan een werkneemster ter beschikking. Van 1 januari tot 5 november een auto, waarvoor een bijtelling voor privégebruik van 25% geldt en van 5 november tot en met 31 december een elektrische auto met een bijtellingspercentage van (destijds) 0%. De werkneemster heeft sinds 2006 een Verklaring geen privégebruik auto. Op 20 november 2013 dient zij een formulier ‘wijziging of intrekking verklaring geen privégebruik auto’ in. Naar aanleiding daarvan vraagt de inspecteur haar rittenregistratie over 2013 op. Met de eerste auto heeft de werkneemster 376 kilometer voor privédoeleinden gereden en met de tweede auto 242 kilometer. In een brief aan de inspecteur schrijft de werkneemster dat zij er niet van op de hoogte was dat het privégebruik van de elektrische auto zou meetellen voor de 500-kilometergrens op jaarbasis. Zij heeft deze grens met slechts iets meer dan 100 kilometer overschreden. De inspecteur legt toch een naheffingsaanslag op van € 3.717 berekend over de periode tot 5 november 2013.

Zij gaat in bezwaar en beroep. Rechtbank Noord-Holland houdt de bijtelling in stand.

Ook in hoger beroep heeft de werkneemster geen succes. Daar stelt ze dat het privévoordeel van een 0%-auto niet belast wordt en dat daarom het privégebruik niet van belang is voor de vraag of op jaarbasis meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden gebruik is gemaakt van de terbeschikkinggestelde auto. Ofschoon het hof begrip heeft voor deze gedachtegang – het kabinet stimuleert ten slotte het gebruik van elektrische auto’s, zodat saldering van privégebruik van deze auto’s voor de vaststelling van het privégebruik op jaarbasis innerlijk tegenstrijdig lijkt te zijn – blijkt uit de parlementaire geschiedenis dat de wetgever niet heeft willen breken met de toepassing van de bijtellingsregeling in geval van volgtijdelijk gebruik. Omdat de wetgever de systematiek voor het toepassen van de bijtellingsregeling niet heeft gewijzigd, moet voor de vraag of de 500-kilometergrens is overschreden, worden uitgegaan van het privégebruik van beide auto’s. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Bron: Hof Amsterdam 16-05-2017