Niet resultaat maar handeling belangrijkste

De Hoge Raad heeft de uitleg van het Europees Hof van Justitie, dat voor het recht op aftrek van btw niet het resultaat van de economische handeling van belang is maar of de handeling op zich belast is, bevestigd.

De gemeente Woerden had brede scholen laten bouwen en de btw daarop nagenoeg geheel in aftrek gebracht terwijl de scholen ver onder de waarde waren verkocht aan een stichting die vervolgens gedeelten deels om niet aan derden ter beschikking had gesteld.

De Hoge Raad had aan het EU Hof van Justitie de vraag voorgelegd of een belastingplichtige die een pand laat bouwen en dit pand heeft verkocht voor een prijs die niet alle kosten dekt, terwijl de koper van het pand een bepaalde gedeelte daarvan aan een derde om niet in gebruik geeft, recht heeft op aftrek van alle ter zake van de bouw van het pand in rekening gebrachte btw, of slechts van een deel daarvan, naar rato van het gebruik door de koper voor economische activiteiten (verhuur).

Het Hof van Justitie oordeelde dat de gemeente Woerden gerechtigd was de voorbelasting volledig in aftrek te brengen. Het Europese Hof wijst erop dat in een situatie zoals bij de gemeente Woerden, waarin een goed is geleverd tegen een niet alle kosten dekkende prijs, het Hof in het verleden al heeft geoordeeld dat de uitkomst van een economische handeling voor het recht op aftrek niet van belang is, mits de activiteit zelf is onderworpen aan btw. Dat de verkrijger een gedeelte van het betrokken gebouw om niet aan een derde in gebruik geeft, is in dit verband zonder betekenis. De Hoge Raad heeft einduitspraak gedaan in de zaak van de gemeente Woerden en het oordeel van het Europese Hof overgenomen. De door de inspecteur opgelegde naheffingsaanslag wordt vernietigd.

Bron: HR 23-06-2017