Vervreemding na één dag, geen vrijstelling overdrachtsbelasting...

In geval van splitsing van een onderneming waarbij onroerende zaken worden overgedragen, kan een beroep worden gedaan op een vrijstelling voor overdrachtsbelasting. Aan de splitsing moeten dan wel zakelijke motieven ten grondslag liggen.

November 2015 is een bv met een akte van splitsing opgericht. Bij die splitsing kreeg de bv van de splitsende vennootschap enkele percelen grond met daarop tankstations met aan- en toebehoren en daarop gevestigde zakelijke rechten. Voor die verkrijging is een bedrag van ruim 1,8 miljoen aan overdrachtsbelasting verschuldigd. Een dag na de splitsing verkoopt de splitsende vennootschap de aandelen in de bv aan een derde vennootschap. De verschuldigde overdrachtsbelasting is op aangifte voldaan.

Tegen de aangifte overdrachtsbelasting gaat de bv in bezwaar en beroep met een beroep op de splitsingsvrijstelling in de Wet op belastingen van rechtsverkeer.

Daar in deze zaak de aandelen binnen drie jaar zijn vervreemd, dient de bv aan te geven dat er wel degelijk zakelijke overwegingen waren voor de splitsing. Ter onderbouwing hiervan verwijst de bv naar de marktstrategie van het concern waartoe zij behoorde om de tankstations af te stoten en zich te beperken tot de kernactiviteiten. Het nieuwe concern waartoe zijn ging behoren had een strategie om brandstof niet alleen via ‘eigen’ tankstations op de markt te brengen. Ook zou een overdracht op andere wijze, door een activa-passivatransactie, op praktische problemen stuiten.

Volgens de rechter slaagt de bv daarmee niet in de bewijslast: de beschreven marktstrategie behelst niet meer dan een beslissing om activiteiten af te stoten en een deel van de onderneming over te dragen. Een splitsing met het oog op die verkoop is niet gebaseerd op bedrijfseconomische motieven maar op aandeelhoudersmotieven. Hoewel het afstoten van activiteiten op zichzelf ongetwijfeld zal zijn ingegeven door zakelijke overwegingen, maakt dat niet dat ook de keuze om dit in de vorm van een afsplitsing te doen door zakelijke overwegingen is ingegeven. Ook de genoemde praktische problemen bij een activa-passivatransactie overtuigen de rechtbank niet.

Bron: Rb. Den Haag 2-02-2018 (publ. 4-05-2018)